25 jaar geleden, toen Bo Adamson en Wolfgang Feist het Passiefhuis principe verder zijn gaan ontwikkelen, hebben ze doelbewust materiaalgebruik buiten beschouwing gelaten. Het doel was dat het een methodiek is dat onafhankelijk is van het type materiaal gebruik.  Door deze keuze wilden ze voorkomen dat het Passiefhuis principe te veel een niche zou worden en niet van de grond zou komen.  Met als gevolg dat een passiefhuis met alle gewenste bouwmaterialen gebouwd kan worden. Inmiddels is passief bouwen wereldwijd de snelst groeiende energiestandaard zijn en heeft het principe zich bewezen. Een passief gebouw:
 
  • is thermisch comfortabel door zeer goede isolatie en kierdichting en het ontbreken van thermische bruggen (ook wel koudebruggen)
  • heeft door de lage infiltratie van buitenlucht en gebalanceerde ventilatie met koolstof (en soms fijnstof) filters een zeer goede kwaliteit binnenlucht
  • heeft een verwaarloosbaar lage warmtebehoefte met als gevolg een extreem laag energiegebruik
De principes van passief bouwen zijn niet moeilijk te begrijpen.
Het ontwerpen van een passief gebouw vraagt extra inzicht.
Het bouwen van een passief gebouw vraagt – gemakkelijk uit te leggen – extra zorg.
 
Wat is een passiefhuis?

Hoe logisch is Passief bouwen

Bovenstaand plaatje geeft in drie stadia aan hoe de verwarming van een woning door de jaren heen is geëvalueerd.
In de 19-e eeuw had iedereen een hout- of kolenkachel, die in de 20-e eeuw is vervangen door steeds ingewikkeld wordende installaties. In Nederland is de moederhaard op gas geëvalueerd tot de alom gekende CV ketel.
 
Deze verwarmt de binnenlucht die daarna door de ventilatiebox weer naar buiten wordt geblazen, dit is een continue proces en daarom niet heel efficiënt zou je zeggen. Toen is bedacht die ventilatie vraaggestuurd te maken en de CV ketel te vervangen door een warmtepomp met laagtemperatuurverwarming, het liefst laten we die systemen nog met ellaar ‘praten’. Eind 20-e, begin 21-e eeuw zitten we met weinig comfortabele, nog steeds kierende woningen die steeds afhankelijker worden van techniek en per saldo nog steeds behoorlijk wat (elektrische-) energie verbruiken.
 
Naast de afhankelijkheid van die installaties wordt ook nog, de in de zomer opgewekte zonnestroom, gesaldeerd met grijze stoom die we in de winter gebruiken. Nog steeds niet ideaal dus. Het alternatief is het extra goed isoleren en kierdicht maken van de schil. Hierdoor houd je met minimale installaties, gebruik makend van passieve zonne-energie en interne warmtebronnen de temperatuur in een gebouw vrijwel constant: Passief dus!
 
Lees ook:

De vijf (5) kernbeginselen van passief bouwen

Passieve gebouwen zijn comfortabel en hebben nauwelijks verwarming nodig, door optimaal gebruik te maken van de zon, een compacte en goede thermische schil, kozijnen met 3-voudig glas, weinig luchtinfiltratie door goede kierdichting en een goede ventilatie met warmteterugwinning. Dit zijn ook wel de vijf kernbeginselen voor een passiefhuis, geïllustreerd aan de hand van het onderstaande plaatje.
Een Passiefhuis kent 5 kernbeginselen
 
Het Passiefhuis principe is het beste uitgangspunt om energieneutraal te bouwen. De reden is simpel: Wat je niet verbruikt hoef je niet op te wekken, te salderen of op te slaan. Een passiefhuis is duurzaam, toekomstgericht en waardevast met een gezond en comfortabel binnenklimaat.De warmtevraag is zo gering, dat een kleine eenvoudige installatie toereikend is. Zo kan je veel besparen op installaties en nemen ook de onderhouds- en vervangingskosten aanzienlijk af. Een passiefhuis is hierdoor op de lange duur veel goedkoper dan alle andere energieconcepten. Passief bouwen is zowel voor nieuwbouw als voor renovatie toepasbaar. Niet voor niets is het passiefhuis concept wereldwijd de snelst groeiende energieprestatie standaard!

Passief bouwen is niet per definitie duurder

In het de door ons omringende landen is passief bouwen al standaard en in geval van nieuwbouw -door de grote keuze in materialen- niet per definitie duurder dan een traditioneel gebouwd gebouw. Bij renovatie ligt dit, ondanks de soepelere norm, anders dan bij nieuwbouw. Passief renoveren is over de gehele gebruiksduur gerekend vaak niet duurder, maar qua investering vaak wel. Bij de bepaling van de total costs of ownership worden ook onderhoudskosten en vervanging van installaties meegenomen waarbij de passieve bouwwijze in het voordeel is.
 
 
Dit geldt natuurlijk ook voor nieuwbouw waardoor bij gelijke bouwkosten de exploitatie altijd in het voordeel van een Passief gebouw uitvallen. Aan isolatie en kierdichting heb je nu eenmaal geen onderhoud en deze gaan net zo lang mee als de gebruiksduur van het gebouw.
 
 
In Nederland is 25 jaar geleden al succesvol volgens de passieve principes gebouwd en inmiddels zijn de principes van passief bouwen zijn in Nederland al in duizenden woningen beproefd.
 

De principes van passieve gebouwen uitgelegd

Een passief gebouw is extra goed geïsoleerd, kierdicht uitgevoerd en voorzien van drievoudig glas. De eerste winst zit immers in warmte die in het stookseizoen wordt vastgehouden en niet verloren gaat.

Een passief gebouw kan met vrijwel alle materialen en constructie methoden worden gerealiseerd, waarbij naar mate er meer massa van materialen binnen de isolatie gebracht wordt, deze warmte opslaan en hiermee de temperatuur in het gebouw stabiliseert.

De passieve bouwmethode zegt niets over het materiaalgebruik maar gaat over het netto energieverbruik per vierkante meter en het maximale primaire energieverbruik per jaar. De schil van het gebouw kan derhalve met synthetische-, minerale- of biobased (isolatie-) materiaal worden gebouwd en geisoleerd. Er kan voor een ademende (zogenaamde damp diffusie open) of niet ademende gebouwschil worden gekozen.

Passieve gebouwen zijn voorzien van zeer goede ventilatiesystemen met warmte terug winning. Door een bijzondere ventilatie-installatie wordt steeds even veel verse lucht ingebracht als vuile lucht wordt afgezogen. Daardoor kan de warmte van de verwarmde binnenlucht in het stookseizoen worden overgedragen aan de binnengebrachte frisse buitenlucht. Dit is een beproefde techniek die in het buitenland al decennia lang standaard wordt toegepast.

Een passief gebouw wordt op het zuiden georiënteerd. Afwijken van 20 tot 30 graden van het zuivere zuiden zijn nog toegestaan. De zuid oriëntatie maakt benutting van passieve zonnewarmte in het stookseizoen mogelijk. Maar in de zomer is die zuid oriëntatie nog belangrijker om oververhitting te voorkomen. De zonnebaan heeft hiervoor een interessant ingebouwd regelmechanisme. In het zuiden staat de zon in de winter veel lager aan de hemel dan in de zomer. Daardoor kan de winterzon gemakkelijk binnen komen en kan ongewenste zomerzon gemakkelijk worden buiten gehouden.

Een passief gebouw heeft grote ramen aan de zuidkant en vaak kleinere ramen aan de noordzijde en is compact gebouwd om de hoeveelheid geveloppervlak zo beperkt mogelijk te houden.

Een passief gebouw heeft ook interne zonering. Dat wil zeggen dat ruimten waar warmte gewenst is aan de zuidkant liggen. Dat zijn: woonkamers, kinderkamers en dergelijke dus aan de zuidkant. Ruimten die warmte produceren of geen warmte nodig hebben liggen aan de noordkant. Dat zijn: keukens, trappenhuizen, bergplaatsen, garages en dergelijke. Bouwproces in beeld >