onze gebouwde omgeving wordt vorm gegeven door planologen/stedenbouwkundigen en architecten. jammer genoeg heeft de meerderheid van deze betrokkenen geen idee van de enorme invloed van hun werk op ons energiegebruik. dat is ze ook nog nauwelijks kwalijk te nemen omdat er tijdens hun opleiding doorgaans veel te weinig aandacht wordt besteed aan energieaspecten. als er al aandacht aan wordt besteed.
Het ultieme voorbeeld van bouwen in harmonie met de leefomgeving: een Hobbit Huis. Deze is gemaakt volgens de COB-building methode: klei, zand, stro, hout en water vormen de bouwmaterialen. Dikke wanden (gebruikelijk circa 60 cm) van COB zorgen voor thermische massa met een stabiel binnenklimaat.
Door ir. Chris Zijdeveld, voorzitter stichting PassiefBouwen.nl
Nog steeds is er regelmatig een eenzijdig op mooie vormgeving gebaseerde aanpak waar te nemen. Gebruikersgemak, milieuen energieaspecten krijgen zo nauwelijks aandacht. Hoogstens wordt er een weinig zeggende score van een denken en inzicht uitschakelend computerprogramma (zoals BREEAM) nagestreefd.
Gelukkig zijn er een paar voorlopers, met name bij de architecten die wel beseffen dat een aantrekkelijk uiterlijk van hun
werkstuk slechts één van de aspecten is die aandacht verdient. Zij bouwen en renoveren met aandacht voor de gebruiker en het milieu. Dat sluit een aantrekkelijke vormgeving niet uit, integendeel.
Op veel projecten is inmiddels te zien dat hun aanpak kan leiden tot extreem lage energiegebruiken. Zij slagen er in een hele woning een jaar lang te verwarmen met dezelfde energievraag van een ouderwetse waakvlam. Als ze kiezen voor houtstook is een halve kubieke meter hout genoeg voor
een heel jaar warmte. Uiteraard met een schone verbranding, zonder ongewenste afvalproducten.
Bij het begin beginnen
In de praktijk houden Nederlandse stedenbouwkundigen weinig tot geen rekening met de stand van de zon. Doorgaans weten ze niet dat een zuid georiënteerde wijk meewerkt aan thermisch comfortabele woningen in zomer en winter. Ze lijken ook helemaal niet te weten dat oost-west lopende straten
een veel aangenamer microklimaat hebben dan straten die noord-zuid lopen. Vaak wordt zelfs tegengeworpen dat zuid georiënteerde gebouwen in de zomer oververhitten en koeling vragen door te veel zonne-instraling. Dat dit juist bij een zuid georiënteerd gebouw gemakkelijk is te voorkomen, doordat de zon dankzij
de hoge zomerstand gemakkelijk kan worden buitengesloten, wordt steeds weer als een verrassing ervaren. Regelmatig worden plaatvormige kantoorgebouwen zodanig georiënteerd dat de laagstaande ochtendzon eerst de ene kant van het gebouw tot ongewenste hoogte opwarmt en later de even laag staande middagzon de andere kant. Ontevreden gebruikers en hoge koellasten zijn het bijna onvermijdelijke resultaat. Ik heb twintig jaar in een dergelijk gebouw gewerkt, waar de energierekening voor zomerkoeling even hoog was als die in de winter voor verwarming. In al die twintig jaar heb ik nooit iemand ontmoet die tevreden was met het binnenklimaat. Als het gebouw 90 graden gedraaid had gestaan was dit alles gemakkelijk voorkomen.
In de praktijk houden Nederlandse stedenbouwkundigen weinig tot geen rekening met de stand van de zon.
Markthal
De prachtige Markthal in Rotterdam had in de zomer een klimaatprobleem, het werd er te warm. Dat is niet verwonderlijk want in de ochtend krijgt de laagstaande zon alle gelegenheid om eerst via de glaswand aan de oostkant binnen te treden en warmte af te geven. Later op de dag herhaalt zich dit via de glazen westwand.
Bij een dergelijk gebouw is die vrijwel rechtstreekse aanstraling moeilijk tegen te gaan. Als het gebouw 90 graden gedraaid was ontworpen had de noordwand nooit problemen gegeven en was de hoogstaande zomerzon aan de zuidkant gemakkelijk tegen te houden geweest. De lager staande zuid zon zou waarschijnlijk in de winter een dan wel gewenste, welkome bijdrage hebben kunnen leveren aan de verwarming. Ontwerpen met verstand kan ons dus een veel hoger comfort met een veel lager energiegebruik leveren. De rol van de stedenbouwkundige is bij dit alles van niet te overschatten betekenis.
Zongericht bouwen
Toen de mens zijn brandstof moeizaam moest verzamelen en niet via een leiding naar binnen kreeg, werd met de eerder genoemde aspecten wel rekening gehouden. Er zijn over de hele aarde veel verschillende gebouwvormen waar te nemen die zo zijn gesitueerd en ontworpen dat ze in de zomer bijna vanzelf aangenaam koel blijven en in de winter met minimale inspanning warm worden gehouden.
Bij mijn eerste bezoeken aan China was ik onder de indruk van het grote aantal dorpen dat ik langs de weg zag liggen. Ze waren alle zo gebouwd dat gewenste zon kon binnenkomen en ongewenste zon werd buiten gesloten. Aan de koude noordkant waren de gebouwen vrijwel gesloten. Bij een later bezoek kon ik ze van dichtbij bekijken.
Natuurlijk kon ik ook de traditionele broeikassen van binnen en van buiten bekijken met een aarden wal aan de noordkant als beschutting en als warmtebuffer. De zon is een belangrijke factor bij het vormgeven van onze gebouwde omgeving. Als we er goed mee omgaan wel te verstaan.
Bij een goed ontworpen passief huis kan de zon in de winter even veel energie aan de verwarming bijdragen als 40 m2 zonnepanelen over een heel jaar opwekken. Diezelfde goed ontworpen passief woning kan in de zomer als vanzelf aangenaam koel blijven. Niet alleen de Chinezen wisten dat (en weten dat kennelijk nog steeds), ook de oude Grieken en Romeinen. In Engeland werd passief bouwen in de 17de eeuw herontdekt. Het werd weer vergeten toen de grootschalige kolenwinning van de grond kwam. Een niet optimaal gebouw kon met fossiele energie en techniek toch warm worden gehouden. Deze foute werkwijze is tot op de dag van vandaag ook in ons land nog veel te veel gemeengoed.
We kunnen in de gebouwde omgeving met veel minder energie toe. Dan moeten we wel onze hersens gebruiken en ons niet op het verkeerde been laten zetten door met computerprogramma’s of normbladen verkregen domme coëfficiënten.
De prachtige Markthal in rotterdam had in de zomer een klimaatprobleem, het werd er te warm.