Voor het terugdringen van de warmtevraag in gebouwen en woningen ligt het voor de hand om te kijken naar transmissieverliezen. Isolatie van de schil, kierdichtheid en ventilatieverlies bepalen in hoge mate de warmtebehoefte en het daarmee gepaard gaande energieverbruik. Isoleren is dus een ‘must’ en in veel gevallen een ‘no regret’. Maar hoe ver ga je? Tot welk niveau staan de kosten voor (na-)isoleren nog in verhouding met de behaalde energiebesparing? In deze Energiegids proberen we het thema isoleren vanuit een andere invalshoek aan te snijden.
Isoleren: dalende kosten door industrialisatie
De bestaande woningvoorraad bestaat uit vele relatief homogene woningtypen, afhankelijk van de bouwjaarklasse. Straten en soms complete wijken bestaan uit op elkaar gelijkende woningen die zich prima laten isoleren, zeker seriematig. Bouwgroep Dijkstra Draisma uit Dokkum werkt aan de industrialisatie van de productie van bouwelementen voor energiezuinige woningrenovatie. Door een grootschalige aanpak kan de kostprijs dalen.
Isoleren: zo veel als je kunt
Het verbeteren van de isolatie in bestaande bouw is zeer goed mogelijk en tal van NOM-projecten laten dat zien. Verder gaan kan ook, met het PassiefBouwenKeur. Maar de factor arbeid telt door naarmate hogere eisen aan isolatie gesteld worden, en daarmee de kosten. Welke kosten redelijk zijn, hangt samen met de periode van afschrijving en financiering. De gebouwgebonden financiering kan hierbij een oplossing bieden.
Isoleren: niet je huis, maar zelf een trui aantrekken
Waar is in de discussie over verduurzaming van bestaande bouw het bewonersgedrag? Is het nog redelijk om vast te blijven houden aan de hoge comforteisen, nu we al het gas verbrand hebben? Op welke wijze kan een bewoner bijdragen aan het terugdringen van de warmtevraag en dus energieverbruik, enkel en alleen door gedragsverandering? Misschien wordt het tijd om te accepteren dat met name in oudere woningen je de radiatoren dichtdraait en een extra trui aantrekt.