Computerprogramma’s zijn hulpmiddelen die het leven kunnen vergemakkelijken. Ik herinner me nog hoe ik, als net afgestudeerd jong ingenieur, op een schrijfmachine met twee doorslagen de Noorse scheepsbouwvoorschriften in het Nederlands vertaalde. Als je halverwege de pagina een fout maakte, kon je nog wel “wegwitten”. Maar als er tegen het einde van de pagina iets goed fout ging zat er niets anders op dan opnieuw beginnen met die pagina. Met tekstverwerking zou mijn leven toen veel gemakkelijker zijn geweest.
Ik heb nog over de wereld gereisd met dia’s om lezingen te geven. Als een dia niet geheel aansloot bij wat je wilde zeggen moest je schipperen en draaien. Tegenwoordig pas ik met een presentatieprogramma en duizenden plaatjes in mijn computer de avond tevoren de presentatie nog aan op de laatste actualiteit. Computers kunnen goed helpen met rekenen. Ik heb nog met behulp van een simpele rekenmachine gemaakte berekeningen gezien. In mijn Schiedamse jaren maakte ons hoofd Bouw & Woningtoezicht een rekenprotocol om met bouwfysica het energiegebruik voor ruimteverwarming van woningbouwplannen te voorspellen. Hij zat er bijna nooit naast.
In Schiedam bouwden we in 1994 dankzij zijn bijdrage zonder meerkosten woningen die vrijwel aan de huidige EPC eisen zouden voldoen. Maar met computers zou het veel makkelijker zijn geweest.
Toen we passief bouwen in Nederland herintroduceerden was het op bouwfysica gebaseerde PHPP de beste beschikbare methode om de energievraag van een gebouwontwerp te voorspellen. Het programma kon zonder steeds terug komende abonnementskosten worden aangeschaft en werkte prima. We verkopen het nog steeds want de bouwfysica is niet veranderd. We mogen nooit de uitkomst van een rekenprogramma zonder nadenken de conclusies laten bepalen. Daarom hebben we in samenspraak met onze adviseurs correcties geïntroduceerd om kleine woningen zuiver te kunnen beoordelen. Voor ramen hebben we minimum eisen geformuleerd die aansluiten bij de Nederlandse bouwpraktijk. Jaargemiddelden berekenen zonder nadenken kan gevaarlijk zijn. Dat blijkt ook steeds weer bij discussies over “energie nul” of “netto nul woningen”.
Weinigen staan erbij stil dat het in de zomer leveren van grote hoeveelheden zonne-elektriciteit nog steeds geen oplossing biedt voor kolencentrales die in de winter extra moeten draaien omdat lichtvaardig elektrische apparatuur wordt gekozen (“het is toch netto nul”). Er wordt op meer plaatsen gewerkt aan op bouwfysica gebaseerde rekenprogramma’s voor het energiegebruik van gebouwen. We stellen daarom nu de eis dat voor het verkrijgen van een PassiefBouwen certificaat een PHPP berekening moet worden overlegd of een berekening met een ander goed en op bouwfysica gebaseerd programma.
We zullen nooit kritiekloos naar de uitkomsten van dergelijke programma’s kijken, want vaak worden ze volgestopt met allerlei oordelen van de opstellers en dan wordt een computerprogramma van hulpmiddel tot (onzuivere) beslisser zoals al te vaak gebeurt. Dat maakt ons leven niet altijd gemakkelijker, maar we hebben het er graag voor over!
Chris Zijdeveld